Ontdek Arabia Oman reportage 2 

Ontdek Arabia Oman reportage 2

Die éne van de twee van de 1000 (deel 2)

. Altijd drie punten vast: 2 handen en 1 voet of 2 voeten en 1 hand.
De praktijk is vaak anders, denk ik op het moment dat ik mijn voet voel wegglijden en me vertwijfeld aan de kabel vasthield. “Altijd nog gezekerd door de twee karabiners”, hoorde ik mezelf zeggen. “Verdomme, schiet op met die ….. foto!”, riep ik nogmaals.
Hoog boven me, nog een stuk hoger dan Rutger, zag ik de gele klimbroek van JL (Jean Louis Geraud), de vader van JB. JL was aanwezig bij de aanleg van deze fenomenale Via Ferrata en is een zeer interessante persoonlijkheid. Zowel JL als JB hebben duiktrainingen gegeven aan Franse militairen. Tijdens hun lange verblijf op de Comoren Eilanden, vlakbij Madagascar, waren zij –naar eigen zeggen- de eerste die een levende Coelacant (de levende fossiel) onder water op film hebben gezet. Ik heb geprobeerd het verhaal met Google’s hulp te verifiëren en kwam interessante informatie tegen, maar niet de namen van JL en JB.
Eindelijk was Rutger klaar. De laatste 50 meter klommen JB en ik samen. Toen we ons hadden losgemaakt van de veiligheidskabel en het minder steile deel onder de rand van de kloof hadden opgezocht, verdreef een gevoel van pure verrukking al het andere. Maar ook de vermoeidheid sloeg toe.
Tijdens deze tocht is mij wel duidelijk geworden dat ik nu een fotograaf ben die klimt en niet meer de klimmer die fotografeert. Maar het genieten van de belevenis is onveranderd..

De gids is terug en overlegd met zijn collega. Er is één schildpad aan land gekomen en al druk bezig met het graven van een kuil. Over tien minuten mogen we eindelijk gaan kijken.

De meeste mensen denken bij een woestijn aan een grote zandbak. Leuk, maar voor kinderen. Hoe anders is de werkelijkheid. In Wadi Rum in Jordanië was er een indrukwekkend contrast tussen zand en rotspartijen en het zuiden van Marokko was weer compleet anders, een mengelmoes van begroeiing dat overging in zandduinen In Oman is de Wahiba Sands woestijn inderdaad een grote zandbak,maar wel eentje waar ook volwassen mogen spelen.

Op het moment dat we in Al Mintarib bij een tankstation de verharde weg verlieten, door een opening in de muur reden en het zand indoken, wist ik dat dit heel bijzonder ging worden. Het volgende moment dook de auto in een kuil en vloog ik achterin de auto met mijn hoofd tegen het dak.
Dertig kilometer ver kwamen we totdat (de schuld van Rutger en van mij: alles voor één goede foto, weet je nog wel) één van de Nissans tot aan de assen in het zand kwam vast te zitten.
Twee uur later stonden onze tentjes en was de auto eindelijk los.
Hele kleine schorpioenen werden gefotografeerd, het kampvuur aangemaakt en eten bereidt
Slapen onder een hemel zoals in Oman is een voorrecht.

De volgende ochtend was ik al voor zonsopkomst op pad. De ideale tijd voor mooie foto’s. Cindy zat boven op de zandtop te mediteren en werd op de plaat vastgelegd.

Vijf uur later stopten we in een klein bergdorpje voor een tocht door de Wadi Bani Khaled. De huizen waren amper zichtbaar tussen de prachtig groene palmbomen. Via een wirwar van onderhoudspaden van het irrigatiesysteem achter het dorp kwamen we bij een Wadi van onvoorstelbare schoonheid. Vanwege het natte karakter van de tocht had ik mijn camera niet meegenomen en daar had ik nu al spijt van. De vijf uur durende tocht was zwaar. Veel klimmen, glijden en zwemmen, soms wel 10 minuten achter elkaar. De eerste 30 minuten werden we op afstand begeleidt door drie Omani jongens op teenslippers. De kleuren van de rotsen en het water veranderde constant. Van lichtgeel naar okergeel. Het water was helderturkoois en koud.
Het ging verder over steeds grotere rotsblokken, de geulen waren nu met gladde algen en mos bedekt. De laatste poel was zo groot dat het eind niet zichtbaar was. Vijftien minuten in koud water door een smalle kloof zwemmen zonder direct zonlicht. Het werd kouder en kouder en samen met de vermoeidheid van de lange tocht deed dat ons rillen.. De zon was bijna verdwenen toen we eindelijk de laatste stijging naar het dorpje Seeq bereikten Aan het eind van het dorp stond Salim met de auto’s en daarachter waren kinderen aan het voetballen. Ik ging even kijken aan de rand van het speelveld.


Wow, het was leuk om bekenden te zien.

Ik begroette Dirk Kuyt, zag Ruud van Nistelrooy en Didier Drogba en aaide Pavel Nedved over zijn bol.
Het laatste zonlicht raakte nog net de top van de bergwand en “de naamloze keeper met één kous en één schoen” was de laatste foto die ik nam.

Twee uur later kwam de zon op. Heerlijk die warmte. “Mama Zeeschildpad” was na het eieren leggen weer in de golven verdwenen en ik moet toegeven: het heeft toch wel indruk gemaakt.. die gluurpartij.
In het zand zie ik pas uit het ei gekropen babyzeeschildpadjes liggen. Ze zijn allemaal ‘onthoofd’ door die een prachtige vos, die honderd meter verderop rustig zit te wachten tot iedereen het strand heeft verlaten. 8 dode baby schildpadjes op tien vierkante meter als ontbijt. Dus waarschijnlijk zijn het er veel meer. Vossen doden eerst en denken dan pas na. Laatste las ik weer een bericht in de krant over een vos die in één uur tijd 125 kippen had gedood.

Iets verderop kom ik bij een levende baby schildpad. Hij ligt uitgeput op zijn schild voor de laatste zandduin op niet meer dan twintig meter van het water. Langzaam laat ik mijn hand onder het schild glijden en til hem op. Ik loop naar het laatste hoge punt op 5 meter van het water en zet de babyschildpad weer in het zand en kijk toe hoe hij afdaalt. Even later is ook de babyschildpad in de golven verdwenen en loop ik samen met Salim terug naar het onderzoekcentrum.

De vos zit er nog steeds en onbewust steek ik mijn tong uit en lach. Toch nog medeverantwoordelijk voor het redden van die éne zeeschildpad. Die ene van de 2 van 1000 die het overleven.

Website by Tomston
Ben Toller